“Wat fijn dat je er bent,” zei ze met haar hand op die van haar man. Hij lag er tevreden bij op de lichtgebeitste baar met het wolwitten kleed rond zijn schouders. En dat zei ik dan ook toen ik binnenstapte om het afscheid te fotograferen: “Wat een knapperd en wat ziet het er gezellig uit.”
Mevrouw glunderde en stelde haar man aan me voor: ”Dit is Casper, wil je koffie?”
Meestal sla ik de koffie over. Ik kan gewoon niet wachten om al het moois bij een afscheid op de kiek te zetten. Daarbij kijk en luister ik goed wat er gebeurt, zodat ik de sfeer mee kan nemen in het boek dat ik van afscheid en uitvaart maak.
Maar dit keer deed ik een bakkie mee. Ze was overduidelijk blij met mijn komst. We dronken koffie en ze vertelde honderduit over haar Casper.
“Ik ben nog steeds verliefd op hem,” bloosde ze blij. “Ook nu hij dood is. Jij vindt hem ook een knapperd, dat hoorde ik je zeggen. Toch?”
Ik bloosde met haar mee en beaamde: “Ja, hij is een knapperd en ik vind het fijn dat ik kennis met jullie maak.”
Ik maakte foto’s van hun handen, de glimlach bij haar liefdevolle fluisterwoorden en de prachtige, oranje bloem die ze tussen zijn vingers schoof. Toen ik hun huis verliet, pakte ik mijn voicerecorder en sprak een aantal woorden die ze gezegd had, in. Ik verwerkte ze in het afscheidsboek als liefdevolle fluisterwoorden.
Vandaag kreeg ik een kaartje: “Wat fijn dat je er was en zo goed begreep dat mijn laatste momenten met Casper net zo fijn en blij op de foto mochten als ons hele leven samen.”